De wintertijd is de tijd van snoeien, nu alle takken van de bladverliezende struiken en bomen duidelijk zichtbaar zijn geworden. De bij de grond opschietende scheuten worden verwijderd, oude, dode en kruisende/schurende takken weggehaald en indien nodig de hele struik of boom wat uitgedund.
Op de weggehaalde takken zijn vaak heel interessante korstmossen te vinden. Korstmossen zijn een samenleving van algen en schimmels: de algen zorgen voor de fotosynthese, de schimmels voor bescherming en vocht. Het zijn dus geen echte mossen, dat is een heel andere familie die wel zelf voor zijn fotosynthese kan zorgen.
Sommmige struiken beginnen juist nu te bloeien, zoals de Hamamelis (toverhazelaar), de Chimonanthus, de winterjasmijn en de Prunus subhirtella. Ook de eerste sneeuwklokjes zijn al zichtbaar.
Hieronder foto's van respectievelijk de Chimonanthus, de winterjasmijn en korstmossen op de schors van de Metasequoia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten